Kankermutatie zet remmend eiwit om in gaspedaal
Kankermutatie zet remmend eiwit om in gaspedaal
Kankerremmende eiwitten, zogenaamde tumorsuppressors, spelen een belangrijke rol in het tegengaan van ongecontroleerde celdeling. Daarmee voorkomen ze tumorvorming. Uit onderzoek van het UMC Utrecht blijkt nu dat als deze eiwitten gedeeltelijk zijn uitgeschakeld, ze van een rem op de groei van tumoren veranderen in een gaspedaal. Dat biedt mogelijk aanknopingspunten voor nieuwe en preciezere behandelingen.
Een algemene aanname is dat tumorremmers bij kanker worden uitgeschakeld door veranderingen (mutaties) in het DNA. Hierdoor zou de rem verdwijnen en kunnen tumoren ontstaan. Met het in kaart brengen van het mutatielandschap van verschillende kankertypen blijkt echter dat mutaties tumorremmers niet altijd helemaal uitschakelen. Soms wordt er nog een fragment van het eiwit aangemaakt. De rol van deze gemankeerde eiwitten bij kanker was tot dusver onbekend. Het UMC Utrecht heeft nu aangetoond dat deze eiwitfragmenten in kankercellen een nieuwe rol kunnen aannemen. Daardoor functioneren ze soms juist als een gaspedaal voor kankergroei. Het onderzoek is op 11 augustus gepubliceerd in EMBO journal.
Voorstadium darmkanker
Eerder is ontdekt dat de tumorsuppressor RNF43 de groei van darmstamcellen remt, en daarmee het voorstadium van darmkanker voorkomt. Sindsdien zijn er meerdere kankertypen gevonden met veranderingen in het RNF43-gen. Door het verlies van dit gen worden cellen hypergevoelig voor het groeisignaal Wnt, dat tumorgroei bevordert. Patiënten met deze mutaties kunnen daarom mogelijk worden behandeld met remmers van deze groeisignalen: anti-Wnt therapie.
Verkorte eiwitten
De onderzoeksgroep van hoogleraar celbiologie Madelon Maurice en Oncode Institute, hebben nu een afwijkende groep mutaties ontdekt, die ervoor zorgt dat het RNF43-eiwit niet verloren gaat, maar wordt ingekort. Deze verkorte eiwitten krijgen een nieuwe eigenschap. Daardoor zijn ze in staat om zelfs in de afwezigheid van Wnt-groeisignalen de celdeling actief te stimuleren. Door het aanbrengen van deze mutaties in gekweekte mini-darmen (darmorganoïden) toonden de onderzoekers aan dat tumorcellen met deze mutaties juist ongevoelig worden voor anti-Wnt therapie. “Onze bevindingen laten zien dat het belangrijk is om te begrijpen hoe verschillende mutaties in het tumorweefsel van patiënten de tumorgroei bevorderen”, aldus Madelon. “Daarmee kunnen we de gevoeligheid voor therapieën beter voorspellen en patiënten op termijn gerichter behandelen.”